KI Samen vaart al 40 jaar rechtlijnige eigen fokkerijkoers ‘Wij geloven in een praktische waarheid’

KI Samen werd in 1982 opgericht door Antoon van Nieuwenhoven en de melkveehouders Bas en Theo Engelen. Veertig jaar na dato ademt deze particuliere Nederlandse KI-organisatie nog steeds volop idealisme en strijdlust uit, maar heeft het ook nadrukkelijk de volwassenheidsfase bereikt. Men opereert vanuit eigen kracht, met een rechtstreekse link naar de praktijk en het vizier op de toekomst. Nog altijd volgens de bekende eigen fokkerijkoers: KI Samen 2.0.

Big Malki in stal

Tientallen rode en blauwe ballonnen kleuren de ontvangstruimte van fok- en melkveebedrijf Samen, die fraai uitzicht biedt op de rotormelkstal en ligboxenstal. ‘We hebben net afgelopen weekend ons 40-jarig jubileum gevierd met alle medewerkers,’ vertelt Patrick Friesen, terwijl zijn collega’s Guus Verhaag en Gerard Scheepens ondertussen bij de gesprekstafel aanschuiven. Iedereen bij KI Samen is trots op de historie en hetgeen in vier decennia is bereikt. Maar het liefst praat men over de actualiteit van vandaag en de plannen voor morgen. ‘We zijn als bedrijf volop aan het transformeren. KI Samen 2.0. We willen een betrokken partner zijn voor onze klanten, in de brede zin van het woord. En ze een sterk alternatief bieden binnen de mondiale veefokkerij,’ zegt Friesen.

GEVAREN

Dat alternatief is hard nodig, geven Verhaag en zijn collega’s aan: de veefokkerij is volgens hen te eenzijdig geworden. ‘We zien twee grote gevaren voor de mondiale Holsteinfokkerij; de toegenomen inteelt en het gebrek aan variatie in de bouw van stieren (aAa-code),’ stelt Verhaag, die meteen de cijfers erbij haalt. Afgelopen jaar werden bij alle KI’s wereldwijd in totaal 2000 Holsteinstieren op aAa gecodeerd. Daarvan kreeg liefst 81% de code “234” – een groei van 4% ten opzichte van het jaar ervoor. Ter vergelijking: bij KI Samen kreeg 49% van de stieren de code “234”.

Wij geloven in een praktische waarheid

‘Het model beloont steeds dezelfde genetica. Daardoor wordt er steeds meer van hetzelfde gefokt en neemt de variatie af; koeien worden steeds groter en er komt onbalans in de bouw. Doordat de variatie steeds kleiner wordt, is het steeds moeilijker om te corrigeren.’ Voor KI Samen is dit aanleiding om niet mee te gaan met het algemeen omarmde fokkerijmodel; men hanteert een alternatieve methode van selectie. Verhaag: ‘Fokkerij is veeverbetering, dat zien we niet altijd terug in de praktijk. Wij geloven in een praktische waarheid versus een papieren waarheid. Je moet nadrukkelijk andere wegen inslaan om niet straks nog maar één type stier over te houden…’

PROGRESSIE

‘Als KI Samen willen we dat veehouders goed gebouwde koeien kunnen fokken, die gemakkelijk produceren, lang mee gaan en waar men weinig werk mee heeft,’ zegt Verhaag, die aangeeft dat koeien in de optiek van KI Samen minimaal vier lactaties moeten meegaan en gemiddeld 50.000kg moeten produceren. ‘Vaarzen hoeven niet persé het maximale te geven. Het is juist belangrijk dat koeien het in zich hebben om door te groeien en progressie tonen over de lactaties. Dat ze kunnen doorgroeien tot een bak van een koe zonder gedoe.’

Verhaag pakt opnieuw de cijfers erbij. Dit keer de productievererving per lactatie van Big Malki; +83kg in de 1e lactatie, +900kg tweede, +1200kg derde, +1600kg vierde, +1750kg vijfde. ‘Malki geeft geen dochters die qua vaarzenproductie meteen imponeren, maar ze maken wel iedere lactatie een flinke progressie. Zo zien wij dat graag.’ Als tweede voorbeeld noemt Verhaag Malki’s moedersvader Skalsumer Jorryn. ‘Als je ziet hoe hoog het aandeel 100.000kg-koeien onder zijn dochters is. Dat is werkelijk imponerend.’

Scheepens valt zijn collega bij: ‘Ponsstar Shogun zit nog hoger qua aandeel 100.000kg-koeien. Zijn index is door de jaren heen ook steeds verder gestegen, en is inmiddels hoger dan veel “topstieren” die destijds ver boven hem stonden.’

PRAKTIJK BEWIJST

Het is volgens Scheepens wel eens frustrerend om te zien dat KI Samen-stieren ten opzichte van andere stieren vaak relatief laag starten en op basis van dochterinformatie steeds meer stijgen. ‘De praktijk bewijst het; dat is niet voor niks onze sterke bedrijfsleus. Die leus is zelfs actueler dan ooit. Veehouders lopen steeds vaker tegen problemen aan.’ Verhaag onderstreept dit volledig: ‘Vaak ziet men dat pas als het helemaal mis gaat, en kiest men er niet zelden voor om te gaan inkruisen met andere rassen. Terwijl er binnen het Holsteinras ook alternatieven zijn, al worden die steeds schaarser,’ zegt Verhaag, die aangeeft dat KI Samen zich sterk maakt om die variatie erin te houden. Door andersoortige stieren aan te kopen en door op het eigen melkveebedrijf andersoortige vrouwelijke lijnen te ontwikkelen.

Hoe lukt het KI Samen om wél voldoende variatie in het stieraanbod te hebben? Verhaag: ‘Ten eerste door ons niet blind te staren op fokwaarden. Wij laten NVI en RZG los en hanteren intern andere selectiewaarden.’ Scheepens: ‘Daarbij kijken we naar de belangrijkste redenen waarom koeien voortijdig weggaan; vruchtbaarheid, klauwgezondheid/benen en celgetal. Die kenmerken krijgen bij ons extra aandacht. Daarna pas productie, waarbij we meer kijken naar gehalten dan naar melk.’ De bouw van stieren speelt volgens Scheepens ook nadrukkelijk mee – graag ziet men stieren met ronde kenmerken.

Doordat de selectiemethode van KI Samen anders is, komen ook andersoortige stieren binnen, weet Verhaag. ‘Wij gaan voor een stieraanbod met voldoende variatie, met stieren waarmee veehouders goede koeien kunnen fokken, koeien die oud kunnen worden en een hoge levensproductie realiseren.’

ANDERSOORTIG

Om de foktechnische doelen te verwezenlijken, koopt KI Samen regelmatig stieren uit nieuwe en onbekende moederlijnen met andersoortige bloedvoering. Uit meerdere generaties goede koeien, die progressie tonen over de lactaties en reiken tot hoge levensproducties. Als voorbeeld noemt Scheepens Ribbs Skik (aAa: 516), zoon van Saul Hudson uit een Startrek-moeder. ‘Die stier stamt uit zulke beste koeien! De fokkers waren totaal verbaasd dat wij interesse toonden, zij hadden nog nooit een KI op het erf gehad…’

Ribbs Skik is een stier van KI Samen
Ribbs Skik

Een andere beloftevolle jonge KI Samen-stier betreft Silvester (aAa: 546), zoon van Silver uit een Wellness-moeder met 100.000kg, uit de duurzame Elsje-stam van veelmelker Mooijman. ‘In de fokkerij is goed belangrijker dan snel,’ zegt Scheepens stellig. ‘Zo hebben we pas nog een Reflector-zoon ingezet uit een Mascol-moeder met 100.000kg. Ook dat is vooral geen snelle genetica. Maar het is een goede stier uit een goede koefamilie. Met dat soort stieren denken wij het beter te doen voor onze veehouders.’

VOLWASSENHEIDSFASE

Aan de grondbeginselen en denkwijze van KI Samen is in 40 jaar niks veranderd. Evenwel wordt op veel fronten gewerkt aan vernieuwing. ‘We hebben de volwassenheidsfase bereikt en werken aan de verbetering van onze zichtbaarheid,’ stelt Friesen. Strijdlustig richting het gouden lustrum. Verhaag: ‘Ik denk dat onze doelstellingen de komende 10 jaar steeds meer bewaarheid zullen worden. Dat we gestaag in onze ontwikkeling zullen groeien. Met vallen en opstaan, zoals we dat in de afgelopen 40 jaar vaker hebben gedaan.’

BELEVINGSTOUR

Op steenworp afstand van de moderne KI-faciliteiten van KI Samen bevindt zich het fok- en melkveebedrijf Samen, waar 480 (Red-)Holsteins reiken tot een rollend jaargemiddelde van 5.01 2x 10.000kg 4.43% 3.59% en een levensproductie bij afvoer van 46.395kg. Beiden bedrijfstakken vormen een 2-eenheid. Het fok- en melkveebedrijf wordt enerzijds gebruikt om de verbreding in de vrouwelijke genetica te vergroten, terwijl het anderzijds gelegenheid biedt om de Samen-strategie in de praktijk te tonen. ‘Wij faciliteren een complete “belevingstour”.

Bezoekers krijgen een presentatie van stieren, uitleg over onze fokkerijstrategie en een tour over het melk- en fokveebedrijf. Zo kunnen we in de praktijk laten zien hoe de KI Samen-filosofie werkt,’ vertelt Guus Verhaag, die aangeeft dat men momenteel 2-3 groepen per week ontvangt. ‘Ons doel is om hier een dagelijkse activiteit van te maken. We hebben zelfs slaapgelegenheid voor internationale bezoekers.’

Bron: Bert Wesseldijk en Han Hopman. Artikel geplaatst in Holstein International editie november 2022